dinsdag 31 december 2013

Batterijen

Kerstvakantie!

Welgeteld 12 vrije dagen, 1 werkdag en dan opnieuw 3 dagen weekend. Wat je allemaal niet kan doen met zoveel tijd! Gezond koken, veel werken voor school, enkele feestdagen vieren, enkele optredens met het koor,...

Zouden we niet een last-minute boeken naar Center Parcs? Ja! Ja! Zouden we echt deugd van hebben, allebei, tussen ons werk en onze studies eens uitblazen! Laat me enkele afspraken verzetten en boek maar. Van vrijdag tot en met maandag, net tussen Kerst en Nieuwjaar in, perfect! En we hebben ervan genoten! Onze batterijen zijn grotendeels opgeladen.
Een extra opsteker voor mij: mijn zus vroeg me op Kerstavond of ik meter wilde zijn van hun kindje! Ik had er zo op gehoopt dat ze me die vraag zou stellen dus je kan je voorstellen hoe blij ik was! Wat zal ik dat kindje verwennen!

Toch moeten we nu aan een inhaalbeweging beginnen wat dat schoolwerk betreft. Het gezonde koken zal opnieuw even moeten wachten. De feesten slaan we natuurlijk niet over, kansen om familie samen te brengen komen er niet vaak, dus moeten we erbij zijn!

Nieuw onderwerp voor deze blog: talen.
In mijn vorige post kon je lezen dat ik enkele jaren verpleegkunde studeerde. In het derde jaar hadden we een keuzevak. We mochten zelf voorstellen doen maar het moest goedgekeurd worden door de directie. Mijn vak werd Vlaamse gebarentaal. Ik weet niet waar de interesse vandaan komt maar die is er allang. Ik heb in mijn kindertijd de jeugdboeken gelezen 'Het meisje dat de zon niet zag' en 'De bloeiende mimosaboom', allebei geschreven door Gerda van Cleemput. Mensen met een auditieve en/of visuele handicap interesseerden me op de een of andere manier. Ik kreeg nu de kans om daar iets mee te doen. Een lessenreeks volgen waarbij ik blinden kan leren kennen, lag niet zo voor de hand, een lessenreeks waarbij ik doven kan leren kennen wel: gebarentaal. En zo was de keuze snel gemaakt.

Elke week ging ik in Kortrijk enkele uren gebarentaalles volgen bij een echte dove, jonge vrouw. Ze introduceerde ons in de dovenwereld door tijdens de laatste les enkele doven en slechthorenden uit te nodigen. Zo konden we de beginselen die we ondertussen geleerd hadden uittesten en eventueel ook uitbreiden. Op die manier leerde ik Christophe kennen. In die tijd was hij slechthorend, ondertussen is hij geïmplanteerd, heeft hij een cochleair implantaat. Als hij het afzet hoort hij absoluut niets meer, als hij het aanzet hoort hij veel beter dan wanneer we elkaar leerden kennen. Thuis gebruik ik gebaren om met hem te communiceren, hij spreekt gewoon tegen mij. Ik ben geen expert in het gebruik van gebaren, ik kan mezelf verstaanbaar maken maar ik heb nooit geleerd gebaren af te lezen. Toch vind ik het gebruik van gebarentaal interessant en plezant.

Een vriendin van Christophe postte op Facebook dat ze opgetogen was dat het onderwerp 'gebarentaal' verscheen in Flair. 'Alleen jammer dat ze zeggen dat het gebruik van gebarentaal een hobby is.' Ik heb meteen tegen Christophe gezegd dat voor mij het leren van een taal ook een hobby is. Niet alleen gebarentaal maar ook Frans en Engels. Ik heb boeken in die talen die ik graag lees, klassiekers in hun originele taal. Ik mag niet pretenderen dat de bladzijden door mijn handen vliegen, ik heb woordenboeken nodig en lees vele zinnen tot tien keer opnieuw, er is ook veel verschil tussen een jeugdboek in een vreemde taal en een boek voor volwassenen maar ik lees het graag. Ik leer nieuwe woorden en uitdrukkingen kennen en ook de manier van het vormen van hun zinnen. Voor mij is dat een hobby. Uiteraard begon het in de lagere school als een verplichting, later in de middelbare school koos ik voor de richting moderne talen. Ik heb het steeds graag gedaan. Alleen Duits heeft me nooit geïnteresseerd. Op tv zie je ook weinig films of series in het Duits; Frans en vooral Engels komen meest voor. Ik heb ondertussen gekozen voor de opleiding in het kleuteronderwijs maar als ik die keuze niet gemaakt zou hebben, had ik me zeker ingeschreven voor avondcursussen Frans en/of Engels om mezelf nog meer meester te maken over het gebruik ervan.

Over de Nederlandse taal dan:

Voor zover ik me kan herinneren heb ik nooit moeite gehad in de taallessen in de lagere school of in de middelbare school. Wel vind ik het jammer dat ik al van school af was als de laatste spellingsregels ingevoerd werden in 2005. Die zijn er niet meer 'ingestampt', ik was niet meer verplicht om me erin te verdiepen. En nu, bij de spellingstesten die ik moet afleggen, begin ik aan veel dingen te twijfelen. Ik las dat er veel anderen zijn die met hetzelfde probleem worstelen. Ik ondervind dat ik het best scoor als ik op mijn gevoel afga. Dat gevoel is al vele jaren opgebouwd door alle taallessen die ik in mijn leven al kreeg dus ik heb toch al een degelijke basis. De aanpassingen die later nog gemaakt zijn, maken het verwarrend. Maar met de basis die ik heb maak ik minder fouten dan als ik bij elk woord stil sta, begin te twijfelen en dan toch de verkeerde keuze maak. Ik heb nooit 100% maar ik voel me goed in mijn eigen taal en dat is voor mij het belangrijkste.

Dus laat die tests maar komen!

Als laatste: ik HAAT boeken, teksten, ... met taalfouten. Als ik zelf een tekst moet opstellen, lees ik die niet altijd na want dan begin ik die te veranderen en veranderen tot het nergens meer op lijkt. Nadeel is dat ik eigen taal- of typfouten dan niet meer opmerk. Maak me attent op mijn eigen fouten aub!

dinsdag 24 december 2013

Dag iedereen!

Dag iedereen!

Mijn naam is Marieke Deseck, bijna 29 jaar en ik woon in Roeselare, samen met mijn vriend Christophe.
Sinds ik twaalf jaar oud was, weet ik dat ik met kinderen wil werken. Ik volgde in het middelbaar onderwijs aso dus was kinderzorg geen optie. Mijn ouders en ik dachten aan kinderverpleegkunde. Na enkele jaren nam ik uiteindelijk de beslissing dat kinderverpleegkunde 'het' niet was.
Noodoplossing: zevende jaar opvoedkunde. Ik slaagde met vlag en wimpel. Ik kon ook bijna meteen aan de slag op mijn stageplaats: Spermalie in Brugge. In de leefgroepen voor kinderen met een gehoorstoornis werkte ik mee aan de groei van deze kinderen. Ik haalde ze uit bed, zat samen met hen aan de eettafel, hielp hen bij de nodige verzorging, deed 's avonds leuke activiteiten met hen, op woensdagnamiddag deden we zelfs uitstapjes en in de vakanties gingen we op kamp. Ik zag hen groeien en openbloeien en ik had daar een rol in, dat voelde fantastisch! Ondertussen werd de CI steeds bekender. Het Cochleair Implantaat, een soort 'gehoorcomputer'. Vele dove en slechthorende kinderen kregen hierdoor de kans om naar het gewone onderwijs te gaan. Onze doelgroep werd steeds kleiner. Ik moest afscheid nemen van een droomjob.
Ik ging op zoek naar iets anders maar het is moeilijk om een droomjob te evenaren. Ik kwam terecht in een zelfstandig kinderdagverblijf. Daar had ik nog steeds de kans om met kinderen te werken maar de groep was veel te groot en de afwisseling te klein. Ik miste de uitstapjes en de leuke activiteiten die ik vroeger deed. Ik had het gevoel dat ik nu alleen nog moest verzorgen en oppassen. Oke,  ik zag hen ook evolueren en opgroeien maar ik had niet het gevoel dat ik daar nog een rol in had. Bovendien was de zelfstandige status financieel niet meer haalbaar. Ik nam ontslag.
Tijdens mijn zoektocht naar ander werk, ondernam ik ook de zoektocht naar wat ik eigenlijk wil in het leven (klinkt zwaar maar het was het geknipte moment). Als opvoedster is het bijna onmogelijk om in een leefgroep terecht te komen bij kinderen. Die jobs zijn te gegeerd. Om met kinderen te blijven werken had ik weinig andere keuze dan terug naar een kinderdagverblijf te gaan. Zal ik dit voor de rest van mijn werkleven doen? De gedachte kwam steeds vaker terug dat ik op mijn achttiende had moeten kiezen voor kleuteronderwijs. Maar dat was in die tijd nooit bij me opgekomen. Ik dacht aan kinderverpleegkunde, ik heb nooit naar andere mogelijkheden gezocht omdat me dat op dat moment perfect leek. Terug naar school gaan was voor mij geen optie. Ik zag het niet zitten en Christophe studeert ook opnieuw dus iemand moet toch de kost verdienen.
In die periode zat ik samen met enkele vriendinnen aan een feesttafel, een kleuterleidster, een docente aan de hoge school en een vrouw met ongelofelijk veel enthousiasme. Ze hoorden mijn hersenspinsels. 'Er bestaat afstandsonderwijs. Je moet niet in een klaslokaal gaan zitten en je plant alles rond je bezigheden heen.' 'Je kan dan bij mij op stage komen! ' 'Dat moet je zeker doen, dat zal iets zijn voor jou!' Ter plekke besliste ik om opnieuw te gaan studeren. Christophe was al even enthousiast: 'Ik weet zeker dat je meer kan dan wat je nu doet'.
De startdag van het afstandsonderwijs was nog dezelfde week, op zaterdag. Ik schreef me in. Daarna ontdekte ik dat een halftijdse opleiding (ongeveer het minimum dat je kan doen) toch zes jaar duurt. Maar ik was ingeschreven. Ik begin eraan en ik zie hoever ik kom. Geraak ik er niet, ik heb het toch een kans gegeven. Geraak ik er wel, dan krijg ik een nieuwe kans om opnieuw een droomjob uit te oefenen.
Dit alles om te vertellen hoe ik bij de beslissing gekomen ben. Het verdere verloop zal verteld worden in komende posts...